leerkracht

DOELGROEP: 3de graad basisonderwijs & 1ste graad secundair onderwijs

VAKKEN: Wereldoriëntatie, sociale vaardigheden, leren leren, Nederlandse taal, ICT

CONCRETE DOELSTELLINGEN
Met behulp van internet zich voorbereiden op de Brusseltrip, verspreid over de verschillende opdrachten.
Een bundel maken met behulp van Word over de verschillende onderwerpen.

EINDTERMEN

Wereldoriëntatie: Maatschappij

ET WO 4.14 De leerlingen kunnen op een eenvoudige wijze uitleggen dat verkiezingen een basiselement zijn van het democratisch functioneren van onze instellingen. ET WO 4.16 De leerlingen weten dat Vlaanderen één van de gemeenschappen is van het federale België en dat België deel uitmaakt van de Europese Unie. Ze weten daarbij dat elk een eigen bestuur heeft waar beslissingen worden genomen.
ET WO 4.17 De leerlingen kennen de erkende symbolen van de Vlaamse Gemeenschap (met name feestdag, wapen, vlag, volkslied en memoriaal).

Wereldoriëntatie: tijd

ET WO 5.3 De leerlingen kunnen in een kleine groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in de tijd opmaken.
ET WO 5.7 De leerlingen kennen de grote periodes uit de geschiedenis en ze kunnen duidelijke historische elementen in hun omgeving en belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, situeren in de juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdband.
ET WO 5.9 De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.

Wereldoriëntatie: ruimte

ET WO 6.3bis De leerlingen kunnen begrippen zoals wijk, gehucht, dorp, deelgemeente, fusiegemeente, stad, provincie, gemeenschap, land en continent in een juiste context gebruiken.
ET WO 6.4 De leerlingen hebben een voorstelling van de kaart van Vlaanderen en van België zodat ze in een praktische toepassingssituatie de gemeenschappen, de provincies en de provinciehoofdplaatsen kunnen aanwijzen.

Wereldoriëntatie: brongebruik

ET WO 7 De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.

Sociale vaardigheden: samenwerking

ET SV 3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.

Sociale vaardigheden: relatiewijzen

ET SV 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
ET SV 1.4 De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.
ET SV 1.5 De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.
ET SV 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
ET SV 1.9 De leerlingen kunnen ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren.

Sociale vaardigheden: gespreksconversaties

ET SV 2 De kinderen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.

Leren leren

ET LL 2 De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken.
ET LL 3 De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie(ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken.
ET LL 4 De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen.

Nederlandse taal: (begrijpend) lezen

ET NL 3.1 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard.
ET NL 3.2 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in de gegevens in schema's en tabellen ten dienste van het publiek.
ET NL 3.4 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie ordenen die voorkomt in voor hen bestemde school- en studieteksten en instructies bij schoolopdrachten.

Ontwikkelingsdoelen ICT OVSG

ICT-competentie 1
Leerlingen hebben een positieve houding tov ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen verder te ondersteunen

ICT-competentie 2
Leerlingen gebruiken ICT op een veilige verantwoorde en doelmatige manier

ICT-competentie 5
Leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving

ICT-competentie 6
Leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving

ICT-competentie 7
Leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde informatie opzoeken

ICT-competentie 8
Leerlingen kunnen ICT gebruiken op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.

BEGINSITUATIE

De leerlingen kunnen Word gebruiken voor specifieke toepassingen.
De leerlingen zijn vertrouwd met het werken op internet en met zoekrobotten.
De leerlingen kennen de voornaamste internetbegrippen.

Kinderen zijn heel gemotiveerd om informatie over de komende trip naar Brussel te zoeken. Ze ondervinden ook de grote kracht van internet via deze opdracht.

ONTWERPER

Deze webquest werd gemaakt door Jo David, ICT-coördinator van gemeentelijke basisscholen: De Zonnebloem, De Regenboog en Klavertje Vier.